pottenbakster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pot·ten·bak·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pottenbakster | pottenbaksters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de pottenbakster v
- (beroep) vrouw die potten bakt (om daarmee haar brood te verdienen)
Gangbaarheid
- Het woord pottenbakster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.