Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·tret·teer

Werkwoord

vervoeging van
portretteren

portretteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van portretteren
    • Ik portretteer. 
  2. gebiedende wijs van portretteren
    • Portretteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van portretteren
    • Portretteer je?