Nederlands

 
plug-inhybride
Uitspraak
Woordafbreking
  • plug-in·hy·bri·de
Woordherkomst en -opbouw

uit het Engels

enkelvoud meervoud
naamwoord plug-inhybride plug-inhybrides
plug-inhybriden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plug-inhybridev / m

  1. auto met zowel een benzine- als een elektrische motor waarbij men de batterij ook via een stopcontact kan opladen
     De divisie Autoassemblage in Born leverde met bijna een half miljard euro de grootste bijdrage aan de omzetsprong. Vorig jaar rolden 87.609 auto's van de band. VDL bouwt inmiddels drie Mini-modellen voor BMW, de Hatch, Cabrio en sinds november de Countryman. Dit jaar komen daar nog twee modellen bij, in maart de plug-inhybride Countryman en in augustus de BMW X1.[1]
     Peugeot wil in 2025 een compleet EV-gamma aanbieden en spreekt zelfs de ambitie uit om in dat jaar als merk ‘leidend’ te zijn op EV-gebied. Vijf jaar later wil het uitsluitend 100 procent elektrische auto’s te verkopen in Europa. Toch durft het met de 3008 nog niet volledig op elektromotoren te vertrouwen. De middenklasser zal daarom ook als hybride met en zonder stekker worden geleverd. De eerste is de ‘mild hybrid’ 136 e-DCS-6 en de tweede is een plug-inhybride met 195 pk.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Recordjaar voor bussen- en autobouwer VDL” (Woensdag 8 maart 2017, 15:05), NOS
  2.   Weblink bron
    Erik Kouwenhoven
    “Deze elektrische middenklasser komt als eerste 700 kilometer ver op één acculading” (14-09-2023), Tubantia