Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plu
enkelvoud meervoud
naamwoord plu plu's
verkleinwoord pluutje pluutjes

Zelfstandig naamwoord

de plum

  1. verkorting van paraplu
    • Hij had zijn plu vergeten terwijl het heel hard regende. 
Synoniemen
  1. paraplu

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be