ploegentijdrit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ploe·gen·tijd·rit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ploegentijdrit | ploegentijdritten |
verkleinwoord | ploegentijdritje | ploegentijdritjes |
Zelfstandig naamwoord
de ploegentijdrit m
- een wielerwedstrijd waarin een groep samenwerkende wielrenners probeert een parcours sneller af te leggen dan andere groepen wielrenners
- ▸ De door hemzelf en alle sportjournalisten beloofde gouden medailIe van discuswerper Ricky Bruch veranderde in een achtste plaats, de 100 procent zekere gouden medaille van de Fàglum-broers op de 100 kilometer ploegentijdrit werd tot zilver gedevalueerd.[1]
Gangbaarheid
- Het woord ploegentijdrit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535