Nederlands

 
plastuit
Uitspraak
Woordafbreking
  • plas·tuit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plastuit plastuiten
verkleinwoord plastuitje plastuitjes

Zelfstandig naamwoord

de plastuitv / m

  1. koker die het voor vrouwen mogelijk maakt om staand te urineren
     Onderneemster Yesenia de Winter heeft een heuse missie: een hippe plastuit lanceren waarmee vrouwen makkelijk staand kunnen plassen. Op de Halfvastenfeesten in Zeeland op 5 en 6 april gaat ze haar product promoten. Want plassen moet voor vrouwen op een festival een pretje zijn en geen ellende.[1]
     “Het is misschien tijdelijk, maar ik vond het te grappig”, zegt De Boer. Hij geeft aan dat hij nog geen vrouwen met plastuit naast zich gezien bij het urinoir. “Ik denk dat vrouwen overslaan.”[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Maarten van de Rakt
    “Staand plassen voor vrouwen: Yesenia maakt er een missie van” (2 apr. 2019), Tubantia
  2.   Weblink bron “Vrouwen op stadhuis Amsterdam mogen nu ook naar het urinoir” (24 jun. 2020), De Telegraaf