Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
planteer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
planteer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
plan·teer
Werkwoord
vervoeging van
planteren
planteer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
planteren
Ik
planteer
.
gebiedende wijs van
planteren
Planteer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
planteren
Planteer
je?