plakzegel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plak·ze·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plakzegel | plakzegels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de plakzegel m
- een stukje papier meestal voorzien van een plaklaag dat dient om aan te geven dat men recht heeft op een bepaalde zaak of vergoeding
- ▸ Shell stopt per 1 april met de plakzegels en gaat over op Air Miles. Volgens een woordvoerder van Shell is dat gunstig voor de klanten, omdat een elektronisch spaarsysteem de mogelijkheid heeft om extra te sparen als er meer getankt wordt.[3]
- een stukje papier meestal voorzien van een plaklaag dat dient om aan te geven dat betaling heeft plaatsgevonden
- ▸ Tot slot schaft het ontwerp de mogelijkheid af om beurstaksen te betalen via plakzegels. Vanaf volgend jaar moet dat via een overschrijving gebeuren.[4]
Verwante begrippen
- [1] spaarzegel
- [2] postzegel
Gangbaarheid
- Het woord plakzegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ plakzegel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Shell: Air Miles vervangt plakzegels” (12 januari 2012), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron psr“Kamer schaft donderdag Belgische frank af” (28/11/2001), De Standaard