Nederlands

 
Koppeltje, mannetje boven
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pi·tyu·sen·ha·ge·dis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pityusenhagedis pityusenhagedissen
verkleinwoord pityusenhagedisje pityusenhagedisjes

Zelfstandig naamwoord

de pityusenhagedisv / m

  1. (reptielen) Podarcis pityusensis   een hagedis uit de familie echte hagedissen (Lacertidae  )
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie