pinkstergemeenschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pink·ster·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pinkstergemeenschap pinkstergemeenschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pinkstergemeenschapv

  1. (religie) kerkgebouw van de pinksterbeweging een evangelische, protestantse stroming die de nadruk legt op de Heilige Geest
     De RCCG wil dat iedereen in de wereld een pinkstergemeenschap binnen bereik heeft: op vijf minuten loopafstand in ontwikkelingslanden en tien minuten rijafstand in ontwikkelde landen.[1]
  2. (religie) de pinksterbeweging in het algemeen
     Aan boord van de bus was een groep zogenaamde Evangelicos, zoals leden van de Pinkstergemeenschap in Brazilië genoemd worden. Ze waren op weg naar een religieus evenement.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Janita van Hoeven-ten Voorde
    “Onderzoeker: Zendingsdrift van pinksterkerken reikt ver” (09-02-2018), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron
    jns
    “Dodentol busongeval in Brazilië loopt op: minstens 54 doden” (15/03/2015), De Standaard