Spaans

Werkwoord

vervoeging van
pilotar

pilota

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pilotar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pilotar


Turks

Woordafbreking
  • pi·lo·ta

Zelfstandig naamwoord

pilota

  1. datief enkelvoud van pilot