pijpkragen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pijpkragen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɛipkraɣə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- pijp·kra·gen
Woordherkomst en -opbouw
- pijpkraag met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de pijpkragen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pijpkraag
- ▸ Tussen hem en haar zou zich geen Floris Roeloffs dringen, al deed hij nog tienmaal hooghartiger en pronkte zich met nog kostbaarder wambuizen en pijpkragen op.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'pijpkragen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron A.M. de Jong“De dolle vaandrig. Tweede deel: Breero.” (1947), A.J.G. Strengholt's Uitgeversmaatschappij, Amsterdam, p. 64 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren