pieken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pieken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pie·ken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
pieken	piekte	gepiekt
zwak -t	volledig

Werkwoord

pieken

1. inergatief, (sport) uitzonderlijk goed presteren

   • Hij is echt aan het pieken, iedereen verwacht nu een record. 

Vertalingen

    1. uitzonderlijk presteren   

Zelfstandig naamwoord

de pieken mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord piek

Gangbaarheid

• Het woord pieken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pieken" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.