Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • phon
enkelvoud meervoud
naamwoord phon -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

phon

  1. de eenheid van de door het gehoor waargenomen luidheid van geluid in de vorm van een zuivere toon
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie