petsen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  petsen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpɛtsə(n) / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• pet·sen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
petsen	petste	gepetst
zwak -t	volledig

Werkwoord

petsen

1. slaan met de vlakke hand

Zelfstandig naamwoord

de petsen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pets

Gangbaarheid

• Het woord petsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "petsen" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
59 %	van de Vlamingen.