Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·fo·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord perforatie perforaties
verkleinwoord perforatietje perforatietjes

Zelfstandig naamwoord

de perforatiev

  1. het perforeren
  2. (medisch) doorboring
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen