pensionkosten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pen·si·on·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pension zn en kosten zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pensionkosten | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pensionkosten mv
- geld dat men moet betalen als men in een pension verblijft
- ▸ De wethouder woonde nog in Leersum toen hij in Vlissingen wethouder werd. Daarom zat hij tijdelijk in een pension in Vlissingen. Hij mocht negentig procent van de pensionkosten declareren. Dat geld werd bovenop zijn salaris gestort.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'pensionkosten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Wethouder declareerde onterecht” (Woensdag 21 augustus 2013, 20:30), NOS