penetreert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: penetreert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pe·ne·treert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
penetreren |
penetreert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van penetreren
- Jij penetreert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van penetreren
- Hij penetreert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van penetreren
- Penetreert!