Indonesisch

Woordafbreking
  • pe·na
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

pena

  1. pen schrijfgerei
    «perang pena»
    pennestrijd
  2. pin, pen
    «pena pemukul»
    slagpin


Portugees

Woordafbreking
  • pe‧na

Zelfstandig naamwoord

pena v

  1. straf
  2. pijn
  3. (anatomie) veer (van een vogel)
Overerving en ontlening


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·na
enkelvoud meervoud
pena penas

Zelfstandig naamwoord

pena v

  1. straf
  2. verdriet, smart, leed, pijn
  3. lijden, droefheid
  4. moeite
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
penar

pena

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van penar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van penar