paviljoendak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·vil·joen·dak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van paviljoen en dak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paviljoendak | paviljoendaken |
verkleinwoord | paviljoendakje | paviljoendakjes |
Zelfstandig naamwoord
het paviljoendak o
- (bouwkunde) dakvorm die bestaat uit vier of meer driehoekige dakschilden die in één punt samenkomen
Gangbaarheid
- Het woord 'paviljoendak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.