pasten op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pas·ten op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oppassen |
pasten (…) op
- meervoud verleden tijd van oppassen
- Wij pasten op.
- Jullie pasten op.
- Zij pasten op.
- Wij pasten op.
Gangbaarheid
- Het woord pasten op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.