past af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- past af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afpassen |
past (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen
- Jij past af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen
- Hij past af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpassen
- Past af!
Gangbaarheid
- Het woord past af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.