Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·tyt

Werkwoord

vervoeging van
partyen

partyt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van partyen
    • Jij partyt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van partyen
    • Hij partyt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van partyen
    • Partyt! 

Gangbaarheid