partijkeuze
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: partijkeuze (hulp, bestand)
Woordafbreking
- par·tij·keu·ze
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van partij en keuze
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partijkeuze | partijkeuzes partijkeuzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het kiezen voor een van de verschillende strijdende partijen
- Voor de niet christelijke arbeider was vroeger de partijkeuze bij de verkiezingen duidelijk.
- Een christelijke arbeider had altijd een moeilijke partijkeuze, of voor de christelijke partij of voor de arbeiderspartij te kiezen.
Gangbaarheid
- Het woord partijkeuze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.