parallelprojectie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ral·lel·pro·jec·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parallelprojectie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de parallelprojectiev

  1. (wiskunde) projectie gevormd door het trekken van evenwijdige lijnen uit de punten van een meetkundig lichaam naar een plat vlak

Gangbaarheid

Meer informatie