parachuteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parachuteren (hulp, bestand)
- IPA: /paraʃy'terə(n)/
Woordafbreking
- pa·ra·chu·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse parachuter (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
parachuteren |
parachuteerde |
geparachuteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
parachuteren
- overgankelijk aan een parachute neerlaten
- 's Nachts werden de spionnen boven vijandelijk gebied geparachuteerd.
- overgankelijk een onbekend persoon een hoge functie bezorgen voorbijgaand aan de gebruikelijke regels
- De secretaresse werd onwettelijk door haar baas naar een hogere functie geparachuteerd.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord parachuteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.