Nederlands

 
Papoea-orgelvogel (foto gemaakt in Biak)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pa·poea·or·gel·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord papoeaorgelvogel papoeaorgelvogels
verkleinwoord papoeaorgelvogeltje papoeaorgelvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de papoeaorgelvogelm

  1. (zangvogels) Cracticus cassicus   een vogel uit de familie van de orgelvogels. Het is een endemische vogel uit Nieuw-Guinea
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie