pannekoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pan·ne·koek
Zelfstandig naamwoord
de pannekoek m
- verouderde spelling of vorm van pannenkoek tot 1996
Gangbaarheid
- Het woord 'pannekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Afrikaans
Uitspraak
Woordafbreking
- pan·ne·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pannekoek | pannekoeke |
Zelfstandig naamwoord
pannekoek