palpiteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: palpiteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pal·pi·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
Werkwoord
palpiteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
palpiteren |
palpiteerde |
gepalpiteerd |
zwak -d | volledig |
- hevig kloppen van het hart of de pols
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord palpiteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "palpiteren" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be