pakkerij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pak·ke·rij
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van pakken met het achtervoegsel -erij[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakkerij | pakkerijen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pakkerij v
- bedrijf waar men goederen verpakt of overpakt van de ene naar de andere verpakking m.n. van haring die van de 'ton' in het 'vat' wordt overgepakt
Hyponiemen
Vertalingen
1. bedrijf waar men goederen verpakt of overpakt van de ene naar de andere verpakking m.n. van haring die van de 'ton' in het 'vat' wordt overgepakt
Gangbaarheid
- Het woord pakkerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pakkerij" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be