pakaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pak·aan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakaan | pakaans |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pakaan m
- iets wat je kan vastgrijpen, handgreep, leuning
- (persoon) iemand die meteen goed aan het werk gaat
Gangbaarheid
- Het woord pakaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pakaan" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be