Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·chy·derm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pachyderm pachydermen
verkleinwoord pachydermpje pachydermpjes

Zelfstandig naamwoord

de pachydermm

  1. (dierkunde) benaming voor zoogdieren met een dikke huid zoals olifant, nijlpaard en neushoorn
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·chy·derm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
pachyderm pachyderm

Zelfstandig naamwoord

pachyderm

  1. (dierkunde) pachyderm, dikhuidige
Afgeleide begrippen
Hyponiemen