ovivoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ovi·voor
Woordherkomst en -opbouw
- uit het frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ovivoor | ovivoren |
verkleinwoord | ovivoortje | ovivoortjes |
Zelfstandig naamwoord
de ovivoor m
- (biologie) een organisme dat zich vooral voedt met eieren
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ovivoor" herkend door:
11 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be