ovipositors
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ovipositors (hulp, bestand)
- IPA: / ˌoviˈpositɔrs / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- ovi·po·si·tors
Woordherkomst en -opbouw
- ovipositor met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de ovipositors mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ovipositor
- Vrouwelijke wespen hadden zogenaamde ovipositors, waarmee ze eitjes legden op bijvoorbeeld een rups. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'ovipositors' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Evolutie van de wesp" in: Wespen op website: wespennestweghalen.nl; geraadpleegd 2019-11-28