Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·schot·doos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overschotdoos overschotdozen
verkleinwoord overschotdoosje overschotdoosjes

Zelfstandig naamwoord

de overschotdoosv / m

  1. doos waarin de resten van een restaurantmaaltijd gestopt kunnen worden die de gasten later thuis kunnen opeten
     In de categorie lifestyle wint de ‘overschotdoos’, wat zo veel wil zeggen als een doggybag. ‘Loomen’, het aan elkaar knopen tot een armband of een ander object van gekleurde elastiekjes met een soort haaknaald op een weefbord, krijgt het meeste stemmen in de categorie sport en amusement.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Flitsmarathon is woord van het jaar” (16/12/2014), De Standaard