overschilderden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·schil·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overschilderen |
overschilderden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overschilderen
- ...dat wij overschilderden.
- ...dat jullie overschilderden.
- ...dat zij overschilderden.
- ...dat wij overschilderden.
vervoeging van |
---|
overschilderen |
overschilderden
- meervoud verleden tijd van overschilderen
- Wij overschilderden.
- Jullie overschilderden.
- Zij overschilderden.
- Wij overschilderden.
Gangbaarheid
- Het woord overschilderden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.