Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·neemt

Werkwoord

vervoeging van
overnemen

overneemt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnemen
    • ... dat jij overneemt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnemen
    • ... dat hij overneemt.