Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·geeft

Werkwoord

vervoeging van
overgeven

overgeeft

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgeven
    • ... dat jij overgeeft. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgeven
    • ... dat hij overgeeft.