overbetaalde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·be·taal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overbetalen |
overbetaalde
- enkelvoud verleden tijd van overbetalen
- Ik overbetaalde.
- Jij overbetaalde.
- Hij, zij, het overbetaalde.
- Ik overbetaalde.
vervoeging van |
---|
overbetalen |
overbetaalde