outilleren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: outilleren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ou·til·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
outilleren |
outilleerde |
geoutilleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
outilleren [2]
- overgankelijk voorzien van werktuigen, van materieel, van kennis
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord outilleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.