Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oud-AJC·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oud-AJC'er oud-AJC'ers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oud-AJC'erm

  1. voormalig lid van de AJC, de Arbeidersjeugdcentrale, een socialistische jeugdorganisatie uit het midden van de 20e eeuw