Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • os·teo·ar·tri·tis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord osteoartritis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de osteoartritisv

  1. (medisch) chronische ontsteking van bot en kraakbeen

Meer informatie

Gangbaarheid