orkestinstrument
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- or·kest·in·stru·ment
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van orkest en instrument
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | orkestinstrument | orkestinstrumenten |
verkleinwoord | orkestinstrumentje | orkestinstrumentjes |
Zelfstandig naamwoord
het orkestinstrument o
- (muziek) een muziekinstrument dat in een orkest bespeeld wordt
Gangbaarheid
- Het woord 'orkestinstrument' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.