orf
Niet te verwarren met: ORF |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- orf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit Engels orf.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | orf | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de orf m
- (diergeneeskunde) aandoening van huid en slijmvliezen van schapen en geiten door een infectie met een bepaald virus uit het geslacht Parapox in de familie Poxviridae
- Bij één van de geiten op de kinderboerderij van Jeugdland is de ziekte orf (ook wel “zere bekjes” genoemd) geconstateerd. [1]
- (medisch) huidziekte bij mensen die door contact met schapen of geiten met het orfvirus zijn besmet
- Bij orf ontstaan er knobbeltjes en blaren op de handen of onderarmen. Orf komt voornamelijk voor bij mensen die veelvuldig in contact komen met schapen en geiten. [2]
-
1. orf bij een schaap
-
2. orf bij een mens
Synoniemen
- [1] zere bekjes
Afgeleide begrippen
Werkwoord
orf
- (schertsend) erfde, onvoltooid verleden tijd van erven, voor een komisch effect verbogen als werven[3]
- Water-Snoodt is die woning geheeten. Dat is het onbezwaard bezit van de oude vrouw Beijen, de weeuw van Rijk Beijen verscheiden, die al zijn baasjaren Hoofdingeland, later Heemraad van de Vereenigde Waterschappen is geweest. Zijn weeuw orf voor de keinders wèl de honderd en tien bunders best koepolderland, maar niet de waardigheid. Notaris Bestebroer wier Heemraad en later wier haar gebuur, manke Janus Maaien, in Rijk zijn steê gekozen in den Raad. [4]
Gangbaarheid
- Het woord 'orf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Waarschuwing over zieke geit op Jeugdland" (3 november 2017) op website: amsterdamsdagblad.nl; geraadpleegd 2018-01-23
- ↑ "Orf" op website: rivm.nl; geraadpleegd 2018-01-23
- ↑ Werkwoorden met een zwakke en een sterke vervoeging (algemeen) op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; "1.2 Gebruiks- / registerverschil" onder a.; geraadpleegd 2018-01-23
- ↑ Man, H. deHet wassende water. 14e druk (1933) Nijgh & Van Ditmar N.V., Rotterdam; p. 5; geraadpleegd 2018-01-23
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Aanpassing van dialectisch hurf ‘wondkorst, roofje’, leenwoord uit Oudnoords hrúfa.[1]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
orf | [3] orfs |
Zelfstandig naamwoord
orf
- (diergeneeskunde) orf (zere bekjes)
- schrijfwijze voor off
Verwijzingen
- ↑ Etymologia: Orf. in: Emerging Infectious Diseases jrg. 19 nr. 1 (januari 2013) p. 105 geraadpleegd 2018-01-23