Nederlands

 
Ordners met perforator
Uitspraak
Woordafbreking
  • ord·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘map voor het opbergen van correspondentie’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
  • Leenwoord uit het Duits, met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord ordner ordners
verkleinwoord ordnertje ordnertjes

Zelfstandig naamwoord

de ordnerm

  1. een verstevigde map met een beugelklem bedoeld voor het geordend opbergen van geperforeerde losse bladzijden
    • De uitvinding van de ordner door Leitz maakte het bijhouden van een boekhouding een stuk handzamer. 
Synoniemen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen