Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vre·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opvreten
vrat op
opgevreten
klasse 5 volledig

Werkwoord

opvreten

  1. (informeel) (pejoratief) gulzig opeten
     Een minder aardige gewoonte van deze kreeft is dat hij alles opvreet wat hij maar tegenkomt, en overal in graaft.[1]
Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Remco Daalder
    “Kreeft” (13 oktober 2022) op nrc.nl  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be