Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·voed·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opvoedregel opvoedregels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de opvoedregelm

  1. de eisen die ouders stellen aan hun kinderen als deel van de opvoeding
     De strenge opvoedregels van de jaren vijftig zijn overboord gezet en ook het geloof speelt geen rol meer. Die gedragsregels waren natuurlijk benauwend, maar boden wel structuur. Tegenwoordig is de structuur totaal verdwenen uit de opvoeding. Kinderen groeien op in hun eigen pretparkje, mogen alles en hun ouders houden hen voortdurend uit de wind.[1]
     Toen ik thuiskwam bleek mijn rol in het gezin lichtelijk te zijn veranderd. Logisch, ik was tenslotte een halfjaar weg geweest. Iedereen had prima zonder mij gefunctioneerd (husbands are so overrated) en er was nu minder ruimte voor mijn soms strenge opvoedregels.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De pampergeneratie: verwend, gekoesterd en daardoor dóódongelukkig” (08/03/2016), HP de Tijd
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers