Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·stoof·de

Werkwoord

vervoeging van
opstoven

opstoofde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opstoven
    • ... dat ik opstoofde. 
    • ... dat jij opstoofde. 
    • ... dat hij, zij, het opstoofde.