opportuniteitsbeginsel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·por·tu·ni·teits·be·gin·sel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opportuniteit en beginsel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opportuniteitsbeginsel | opportuniteitsbeginselen, opportuniteitsbeginsels |
verkleinwoord | opportuniteitsbeginseltje | opportuniteitsbeginseltjes |
Zelfstandig naamwoord
het opportuniteitsbeginsel o
- (juridisch) het beginsel dat een officier van justitie zelf beslist of een strafbaar feit vervolgd wordt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord opportuniteitsbeginsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.