opperbevelhebber
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opperbevelhebber (hulp, bestand)
- IPA: /'ɔpərbəˌvɛlɦɛbər/
Woordafbreking
- op·per·be·vel·heb·ber
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opperbevel en hebber
- afgeleid van bevelhebber met het voorvoegsel opper-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opperbevelhebber | opperbevelhebbers |
verkleinwoord | opperbevelhebbertje | opperbevelhebbertjes |
Zelfstandig naamwoord
de opperbevelhebber m
- de persoon die aan het hoofd staat van het gehele leger
- De Amerikaanse president is tegelijkertijd opperbevelhebber.
Hyponiemen
Vertalingen
1. de persoon die aan het hoofd staat van het gehele leger
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord opperbevelhebber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.